Op initiatief van de staatssecretaris, zorgverzekeraars en de GGZ Nederland zijn in verschillende regio’s - waaronder Zuid-Limburg - regionale taskforces opgericht (RFT) waarin verschillende partijen uit de regio samenwerken. De gezamenlijke doelstelling is het wegwerken van de wachtlijsten (https://wegvandewachtlijst.nl.) Regio’s moeten voldoen aan de zogenaamde ‘Treeknorm’ waarin de wachttijden voor bepaalde doelgroepen zijn vastgelegd. Elk half jaar wordt de voortgang gemonitord.
Niet uitsluitend een ggz-probleem
Sonny: “Je zou verwachten dat wachtlijsten korter worden als er meer mensen de geestelijke gezondheidszorg uitgaan dan er binnenkomen. Zo simpel is het helaas niet. Het wachttijdenprobleem is een systeemprobleem dat alleen is op te lossen als de verschillende onderdelen van dat systeem meewerken aan de oplossingen. Er moet aandacht zijn voor zowel de in-, door-, als uitstroom. De focus ligt nu te veel op de ggz die een probleem heeft. Maar het probleem is niet uitsluitend van de ggz, het is van ons allemaal: de huisarts, het sociale domein, de maatschappij. Iedereen moet dan ook bijdragen aan de oplossing.”
Urgentie is groot
Geerke van der Meijden, klinisch psycholoog en zorgdirecteur Volwassenen bij Mondriaan: “De situatie in Zuid-Limburg is urgent. Om de laatste stand van zaken te schetsen: in onze regio staan meer dan 2.000 mensen op de wachtlijst voor geestelijke gezondheidszorg. Je kunt wel spreken van een ‘perfecte storm’. De zorgvraag is hier van oudsher hoger dan in de rest van Nederland, mensen in Zuid-Limburg zijn gemiddeld ongezonder en er is sprake van sociaaleconomische achterstand. Tel daarbij op sterke vergrijzing, krimp, personeelskrapte én een grote versnippering van het aanbod aan ggz-zorg. Hierdoor zijn er met name voor de specialistische zorg lange wachtlijsten.” Sonny: “In het verleden is al eens geprobeerd om de mensen met mentale en psychische problematiek beter te verdelen over de verschillende aanbieders. Dat heeft nauwelijks resultaat gehad, vol is nu eenmaal vol, dan helpt schuiven ook niet meer. Dus hebben we geconstateerd dat we dit probleem alleen kunnen tackelen door op een andere manier naar ggz-zorg te kijken.”
Cultuuromslag
“Omdenken is het adagium”, zegt Geerke. “Zodat alleen mensen die echt (complexe) ggz-zorg nodig hebben, aankloppen. Dat vraagt om een cultuuromslag op meerdere fronten. Op de eerste plaats leren integraal naar een persoon te kijken. Het bekende voorbeeld van de persoon met schulden en depressie. Die depressie kunnen we eindeloos behandelen, maar als de schuldenproblematiek blijft, gaat ook die depressie niet weg. Met andere woorden: kijk naar het echte probleem. In verschillende proeftuinen is met deze manier van werken al veel ervaring opgedaan die goed van pas komt. Bij de cultuuromslag hoort ook dat mensen weer krachtiger in het leven staan en tegen een stootje kunnen. Zelfredzaamheid, veerkracht en regie bij de patiënt. Zodat die niet meteen met een zorgvraag naar de huisarts gaat, maar eerst zelf aan de slag gaat, met het eigen netwerk, in de wijk en/of het sociale domein. En dat vraagt om samenwerking.”
Instroommodel
Een verdienste van de regio is dat die samenwerking steeds meer vorm begint te krijgen. Alle belangrijke partijen* zitten aan tafel: de zorgverzekeraars, de aanbieders, gemeenten en huisartsenkoepels. Sonny: “Allemaal zijn we ons bewust van de knelpunten en de urgentie. Samen hebben we een instroommodel ontwikkeld waarvan we denken dat het de druk in de ggz zal verlichten. In Zuid-Limburg hebben we ervoor gekozen te starten met de instroom van burgers met een vraag rond mentale gezondheid. Hoe kunnen de huisarts, ggz, sociaal domein beter samenwerken om sneller de best passende hulp of behandeling te bieden? Waarbij niet behandelen ook altijd een mogelijkheid moet zijn. Of misschien nu nog niet behandelen binnen de ggz, maar eerst aan andere zaken werken, neem het schuldenvoorbeeld.”
De drie grootste interventies in het instroommodel zijn het versterken van de kennis van de huisarts door extra consultatie door ggz en/of sociaal domein. Het idee is dat de huisarts dan beter kan verwijzen, of zelf kan behandelen of zelfzorg door patiënt kan inzetten. Een tweede instrument is het huisartsen MDO en het verkennende gesprek met de burger vanuit sociaal domein en ggz (organisatie-onafhankelijk), gevolgd door een transfertafel waar de verwijzing van de patiënt wordt besproken. “Grote uitdaging is natuurlijk de financiering”, zegt Sonny. “Met de zorgverzekeraars is hierover uitgebreid gesproken en voor dit model zijn we zo goed als rond. Dat is een ontzettend belangrijke stap want het huidige verkokerde financieringssysteem werkt enorm belemmerend en zelfs contraproductief.”
Het netwerk functioneert
“We zijn best trots op wat er nu staat”, zegt Geerke. “Het netwerk is er en functioneert. In het overleg is iedereen gelijk, vanuit zijn eigen domein. Dat werkt goed. We zijn met elkaar in staat om knelpunten op te pakken. Een goed voorbeeld is de crisisdienst. We zijn samen gaan onderzoeken hoe we dat beter kunnen oppakken en dat zorgt voor versnelling, gedeeld eigenaarschap, gedeelde verantwoordelijkheid. Ik verwacht dat we vanaf 2024 met het instroommodel aan de slag gaan en we de wachtlijsten duurzaam kunnen verkorten.”